Herpetologische natuurreis Peloponnesos van 21 t/m 30 september 2012

Deelnemers: Martin Edelman, Marcel Haak, Ronald Frank, Ruud Wolterman, Jur ter Borg en Anton Roeloffzen

Inleiding

Het hoofddoel van de natuurreis is om zoveel mogelijk amfibieën en reptielen te vinden en te fotograferen. De tijd van het jaar zou goed moeten zijn, omdat de reptielen en in mindere mate de amfibieën uit hun zomerrust zijn gekomen. Verder wordt natuurlijk ook aandacht besteed aan de overige natuur. In de nazomer kunnen we onder andere genieten van de overweldigende bloemenpracht van de bloeiende cyclamen. De organisatoren zijn erg geïnteresseerd in loopkevers en besteden daar zolang het programma dat toestaat wat extra aandacht aan. Deze interesse bijt niet met het doel van de reis, omdat op deze plekken ook veel herpetofauna aanwezig is. Het vooraf voorgestelde dagprogramma is slecht een indicatie en kan als gevolg van bijvoorbeeld ongunstige weersomstandigheden wijzigen. Gekozen is om twee hotels, één in Kardamyli (schiereiland Mani) en één in Nafplion (noordoost Peloponnesos) als uitvalsbasis te gebruiken. We beginnen elke dag met een (stevig) ontbijt. Onderweg worden bij een supermarkt inkopen voor de lunch gedaan. We bezoeken per dag meerdere locaties. Als de omstandigheden goed zijn, gaan we ’s avonds na het avondeten op zoek naar nachtactieve soorten.

Dag 1: Vlucht van Amsterdam naar Athene, vandaaruit doorgereden met een aantal tussenstops naar ons hotel in Cardamili: Caradamili Beach Hotel

Dag 1 – 21 september

Erg vroeg in de ochtend (kwart voor drie vanaf mijn huis) reden ik, Marcel, Ronald en Anton met een taxi naar Schiphol. Bij de incheckbalie van Transavia sloten Ruud en Jur zich bij ons aan. Tegen 7 uur vlogen we naar Athene. Kwart voor elf (een uur later dan Nederland) landden we op het vliegveld van Athene. Door het autoverhuurbedrijf AutoUnion werden we opgehaald. Vanaf het plaatsje Markopoulo vertrokken we de gehuurde volkswagenbus. Ruud bestuurde de bus en het eerste deel van de 320 km lange rit werd snel volbracht. In de omgeving van Tripoli werd het tijd om ons inwendige te vullen. Hier zochten we een geschikte plek om de eerste reptielen te vinden. Uiteindelijk vonden we een dode katslang. De reis werd voortgezet. Onderweg werd bij een klein riviertje gestopt. Hier vonden we diverse Balkanmeerkikkers. We gingen snel verder. Tegen 7 uur ’s avonds bereikten we het hotel: Cardamili Beach Hotel. We hebben hier heerlijk klaargemaakte spaghetti bolognese gegeten. In de schemering en in het donker werden diverse Europese tjitjaks gezien.

Dag 2: Er werd een bezoek gebracht aan de oostzijde van het schiereiland Mani

Dag 2 – 22 september

Om half acht zaten we aan het ontbijt. Om half negen vetrokken we via Areopoli naar het oostelijk deel van de Mani. Bij de doorsteek naar het oosten stopten we bij een vuilnisbelt. Hier werden onder andere een Oostelijke hagedisslang, een Balkantoornslang in een doos Westmalle Quadrupel, Europese tjitjak, Griekse berghagedis en een jonge reuzensmaragdhagedis gevonden. De volgende stop was in Kotronas. Hier vond ik een bijna twee meter lange vervelling van een Oostelijke hagedisslang. Verder waren hier volop de Griekse berghagedis en de Peloponnesoshagedis aanwezig. Er werden ook een paar exemplaren van de Egeïsche naaktvingergekko gevonden. Verder werd onze eerste schorpioen Mesobuthus gibbosus gevonden. De volgende stop was het strand en de vlakte er achter, in de omgeving van Skoutari. Op het strand ontsnapte mij de zandloopkever Calomera aulica, een Afrikaanse exoot. In deze omgeving werden de Balkanbeekschildpad, reuzensmaragdhagedis en Johannisskink (slangoogskink) gezien. We hebben in een leuk tentje op het strand (inkt)vis gegeten en genoten van een koude klets. Onze volgende stop was het strand in de omgeving van Trinisa. Een klein formaat van de zandloopkever Calomera littoralis werd hier veelvuldig gevonden. Een doodgereden Balkantoornslang werd op de weg gevonden. Bij een ruïne vonden Jur en Ruud een Peloponnesoshazelworm. Verdere tussenstops , met name bij vuilstorten, leverden geen nieuwe soorten op. Marcel loodste ons via een korte, maar zeer slecht begaanbare weg door de hoogste bergen. Deze weg nam veel tijd in beslag en we kwamen daarom in het donker, tegen half negen, bij het hotel aan.

Dag 3: Deze dag werd de omgeving van Pilos afgestruind

Dag 3 – 23 september

Na het ontbijt vertrokken we richting Pilos. In de heuvels maakten we bij een olijfboomgaard een tussenstop. Hier vonden we de Peloponnesoshagedis. Net voorbij Kalamata in de omgeving van Messini stopten we bij een plaats waar de Taurische hagedis aanwezig is. We vonden de soort vrij snel. Hierna reden we naar de noordkant van de baai van Pilos. Op de zoutvlakte vonden we helaas niet de zandloopkever Cephalota circumdata. Waarschijnlijk is het voor een aantal soorten zandloopkevers al te laat in het jaar. De Afrikaanse kameleon werd hier niet gevonden. We besloten naar de zuidkant van de baai te gaan. Op een slecht begaanbaar paadje vonden we langs het water beide moerasschildpadden: Balkanbeekschildpad en Europese moerasschildpad. Ook langs de zuidkant kon ondanks de intensieve zoektocht geen Afrikaanse kameleon gevonden worden. Op de terugweg stopten we bij een plaats waar een kleurafwijkende smaragdhagedis voorkomt. Geen van ons heeft een duidelijke smaragdhagedis kunnen waarnemen. ’s Avonds zochten we nog tevergeefs naar een katslang.

Dag 4: voor deze dag stond op het programma om de olijfboomgaarden nabij Leftkro te bezoeken; verder bezochten we een beekdedding in Kariovouni en het oude klooster bij Exochori

Dag 4 – 24 september

De olijfboomgaarden nabij Leftkro bezochten we als eerste. Net al op de voorgaande dagen waren er niet veel dieren onder stenen te vinden. Uiteindelijk vonden Ruud en ik een jonge zandadder. Jur vond een klokschildpad (ondersoort weissingeri). Marcel vond onder een steen een door een Scolopendra cingulata leeggegeten gevlekte slangskink. We besloten de bergen (Tagetos) in te gaan. Onze eerste stop was een beekbedding in Kariovouni. In een voorgaande reis had ik hier de Peloponnesoskielhagedis en de schorpioen Iurus dufoureius gevonden. Deze keer vonden we ze geen van beiden. Wel zaten er hier veel Griekse berghagedissen. Hierna gingen we op zoek naar het oude klooster van Exochori. Onderweg vonden we een doodgereden Oostelijke hagedisslang. Uiteindelijk was het klooster vrij makkelijk te vinden. De omgeving er omheen was zeer geschikt voor reptielen. Een schamel paar hagedissen was de score. We vonden wel een nieuwe schorpioen: Euscorpius vh. carpaticus. Op de terugweg naar het hotel stopten we bij een klein strand. Hier vonden we verschillende leuke vlinders en een mooi mannetje Peloponnesoshagedis. Tevens waren er interessante muurtjes waar mogelijk in de nacht de katslang op jaagt. We besloten om hier na het eten in Kardamyli terug te komen. Het werd een teleurstelling. Alleen een paar Europese tjitjaks liet zich zien.

Dag 5: Rondstruinen rond een uitsekende locatie tussen Areopoli en Kotronas; ook weer oostkant Mani bezocht

Dag 5 – 25 september

We besloten deze dag voor het ontbijt weg te gaan om zo vroeg mogelijk de goede spot tussen Areopoli en Kotronas af te zoeken. Later op de ochtend konden we dan het eten dat we ingeslagen hadden verorberen. De locatie oogde zeer hoopvol. Al gauw werd de Griekse vuurspin en een zwarte weduwe (Latrodectus spec.) onder stenen gevonden. De herpetofauna wilde echter niet erg vlotten. Zowel Marcel als Ruud zag een slang wegschieten. Uiteindelijk vond ik een jonge Balkantoornslang onder een grote rode steen. Jur vond later een klokschildpad en ook een jonge Balkantoornslang. In het veld werd ook onze eerste Iurus dufoureius, een grote schorpioen, gevonden. Na het verlate ontbijt gingen we verder. Op een voor ons nieuwe stortplaats vonden Jur en Ruud in de hitte nog eens twee Iurussen. We besloten door te rijden naar Kotronas en Skoutari. Vanwege de hitte vonden we alleen nog Peloponnesoshagedissen en Griekse berghagedissen. We gingen terug naar het hotel en arriveerden daar om ongeveer half vier. Ik en Marcel zijn toen in het grote zwembad gaan zwemmen. Iedereen was kapot, deels door de vermoeiende reis en deels door het afnemen van het adrenalinegehalte als gevolg van de tegenvallende score. Tijdens het eten in Kardamyli liet ik mij een zwaardvis wel heel goed smaken.

Dag 6: Reis naar tweede uitvalsbasis in Nafplion met tussenstops bij Pilos, het Zacharomeer en bij een driesprong van rivieren nabij Tripiti.

Dag 6 – 26 september

Vandaag verlieten we het hotel en gingen op weg naar ons tweede hotel. We gingen langs Pilos om een laatste pogimg te wagen voor de Afrikaanse kameleon. Op de goede plek besteedden we ruim een half uur aan zoeken. Helaas lukte het ons niet om de kameleon te vinden. Wel vonden we in de buurt hiervan zoethout, dat in deze streek van nature voorkomt. We gingen naar onze volgende bestemming: het Zacharomeer. In de kanaaltjes hier om heen komt de Griekse poelkikker (Epiruskikker) voor. We hadden alleen de pech dat de sloten net gebaggerd waren, waardoor het lastig was om kikkers te zien. We hebben verschillende kikkers weg zien springen en in het meer nog een aantal in/op drijvende algen gezien. Zeer waarschijnlijk behoorde een paar daarvan tot de Epiruskikker. De onderscheidende kenmerken konden echter niet goed gezien worden. Erg leuk waren de twee voorkomende soorten waterschildpadden, die met brood gevoerd konden worden. Ruud zag een dobbelsteenslang. Ook een guppyachtige liet zich het brood welgevallen. Onder een steen middenin de hitte vond Ronald een groene pad. Onze volgende tussenstop was op een driesprong van twee rivieren Alphios en Erimanthos, nabij Tripiti. Hier komt een drietal zandloopkevers voor. Uiteindelijk vond ik, terwijl ik zonder mijn schoenen en broekspijpen overgestoken was de soort Calomera fisheri. Marcel volgde mijn voorbeeld. Ruud zag nog twee dobbelsteenslangen. Snel werd de reis voortgezet. We hadden nog zo’n kleine 200 km te gaan voordat we op bestemming waren. Uiteindelijk bereikten we in het donker ons hotel Antemion Guest House. Dit was voor ons een superhotel met een zeer luxe doucheruimte en in het algemeen grote kamers en een groot balkon. Na het uitpakken gingen we snel een restaurant zoeken in Nafplion. We vonden het restaurant The Garden. Ik liet mij de garnalen omwikkeld met spek welgevallen.

Dag 7: Het was een warme dag, daarom reisden we naar hogergelegen gebied, nl. Stymphalian Lake en Pheneosbassin

Dag 7 – 27 september

Vanwege de hitte zijn we deze dag de bergen ingetrokken. Eerst bezochten we de Stymphalian Lake. Onderweg stak een klokschildpad over. Bij aankomst zagen we dat het een goede locatie was. Al gauw pikte Marcel een levende gevlekte slangskink onder een steen vandaan. Dat was een goede vondst. Maar dat was nog niet alles. Terwijl ik even met andere dingen bezig was, vond Jur onder een steen de zo gewilde luipaardslang. Hierdoor was de vakantie al geslaagd. We namen redelijk wat tijd om het dier te fotograferen, maar zorgde wel dat het dier niet erg gestrest raakte. Even later werd door Ruud een dobbelsteenslang gevonden. Verder werden onder andere Taurische hagedis en jonge reuzensmaragdhagedissen gevonden. Op weg naar het Pheneosbassin stopten we bij het hoogste punt. Hier zijn we op zoek gegaan naar de gladde slang. We vonden alleen Peloponnesoshagedissen. De volgende halte was de outflow van de rivier Olvios in het Pheneosbassin. Hier zagen we al vrij snel de Egeïsche muurhagedi (podarcis erhardii). Later bleken de gemaakte foto’s voor de nodige verwarring te zorgen. De hagedis was wel erg groen en leek daarom sterk op een Taurische hagedis. Door Jeroen Speijbroeck werd de erhardii bevestigd. Verder vonden we onder andere een dode oostelijke hagedisslang en Griekse berghagedis. Op de terugweg deden we een drinkwaterbassin aan. Naast goed drinkwater vonden we vrij veel Balkanmeerkikkers. Voldaan keerden we terug naar het hotel om daarna snel een restaurant te zoek in Nafplion.

Dag 8: Een zeer warme dag, op zoek naar de parelskink (Chalcides ocellatus) in noordoostelijk deel van Peloponnesos

Dag 8 – 28 september

De vooruitzichten voor de komende dagen waren onveranderd warm. We besloten om toch maar in het laagland op zoek te gaan naar de parelskink. Eerst gingen we naar de omgeving van Saronikos Kolpos. Het was een prachtige omgeving met veel kansen om reptielen aan te kunnen treffen. Bij het uitstappen was het al erg heet. Het zoekwerk onder stenen leverde niets op. In de schaduwzijde van een brug vond ik twee Egeïsche naaktvingergekko’s. We trokken verder richting Poros. Bij een strandje onderweg vond ik een deel van het skelet van een dikkopschildpad (onechte karetschildpad). In Galatas tegenover Poros genoten we op een terrasje van een goed gevuld glas tapbier. Met deze hitte was dat een verademing. De terugweg ging over de zuidzijde van het schiereiland. We maakten een paar tussenstops langs de kust, maar dat leverde opeen paar granaatappels na niets op. Toch werd al rijdende nog een mooie klokschildpad gespot. Bij Nafplion bezochten we het laaggelegen fort. Afgesproken werd om dit fort ’s avonds voor het eten te bezoeken om te kijken of we de katslang konden vinden. Aan het eind van de middag heb ik samen met Ruud nog even gezwommen. Ons bezoek in het donker van het fort leverde alleen een paar Europese tjitjaks op. Toch lieten we ons het avondeten in Nafplion goed smaken.

Dag 9: Opnieuw naar Stymphalian Lake en ook naar hoger gelegen stuwmeer boven het Pheneosbassin

Dag 9 – 29 september

We bezochten deze dag opnieuw de Pheneos regio. Eerst stopten we bij Stymphalian Lake. Door mij en Ruud werd een Slangoogskink gevangen. Van de gevangen dieren konden we prachtige foto’s maken. We gingen verder. Ronald stopte de bus want hij zag een skinkachtig dier oversteken. Ik knalde samen met Ruud en Jur de bus uit. Na een meter of twintig teruggerend te zijn zag ik een slang wegschieten. Ik ving het dier, dat mij inmiddels wel gebeten had. Het bleek één jaar oude oostelijke hagedisslang te zijn. Het meer boven het Pheneosbassin was onze volgende bestemming. Bij dit meer, lake Doxa, waar Ruud een heel mooi mannetje Peloponnesoshagedis ving, namen we de gelegenheid waar om een groepsfoto te maken. Bij het rondrijden om het meer zag Ruud een interessant watergebied. We daalden met de bus af. Al gauw werden nieuwe soorten aan de lijst toegevoegd. De springkikker en de muurhagedis zagen we nabij de bus. Marcel en ik vonden onder een kleed een jong Griekse hazelworm. De grootste klapper van de dag was een volwassen vuursalamander. Deze vond ik onder een relatief klein stuk hout, terwijl ik eigenlijk op zoek was naar loopkevers. Of het nog niet genoeg was ving Ruud onder een steen een groen pad en een oostelijke hagedisslang. Even later werd ook nog een nest jonge dobbelsteenslangen gevonden. Wat een geweldige plaats was dit. Voldaan keerden we terug. Onderweg stopten we nog op diverse plekken, maar vonden niets bijzonders meer. “s Avonds namen we onze ‘galgemaal’ in Nafplion.

Dag 10: Op weg naar het vliegveld van Athene met een aantal tussenstops

Dag 10 – 30 september

Na het ontbijt pakten we de laatste dingen in. We vertrokken richting Athene. Onze eerste stop was bij het begin van het kanaal van Korinthe. Het was al erg warm. Onder de stenen en afval vonden we niets interessants. We reden verder langs het kanaal van Korinthe. Langs een ruig stukje stonden diverse oude bunkers. Hier kon je vlak langs het kanaal lopen. Voor bijna iedereen gold dat vlak langs de rand staan erg onprettig was. We hadden het gevoel dat de gapende diepte klaar stond om ons op te slokken. op een brug over het kanaal konden we leuke foto’s maken. Op een terrasje namen we wat te drinken. De rit werd voortgezet. We namen niet de snelweg, maar de secundaire weg. Ruud zag een interessant stuk langs de kust met veel stenen en dennen met schaduw, in de buurt van Nea Peramos. Terwijl ik samen met Anton bezig was met het fotograferen van een nachtschade werd er opeens geroepen skink! Ik snelde er heen. Met vereende krachten werd de jacht geopend. De skink was razendsnel en lastig om te volgen. Toch slaagde ik er in er één te vangen. Het was de zo gewilde parelskink. Ondertussen was ook een groene pad onder een steen gevonden. Daarna vingen we nog een skink. Anton stond in de buurt van de bus en zag ook twee skinken wegschieten. Deze werden gevangen. Eén skink werd door ons uitgeput op de weg, zodat we het dier makkelijk konden fotograferen. Na de fotosessie werden alle skinken weer in hun terrein vrijgelaten. In de buurt van Athene besloten we naar nog een gebiedje in de bergen richting Paleochori te gaan. Hier vonden we weer een klokschildpad en een zeer platte (dode) oostelijke hagedisslang. Het was tijd om naar het autoverhuurbedrijf te rijden. Voor het laatste stuk pakten we de snelweg en reden naar ons eindstation. Na de sleutels ingeleverd te hebben werden we naar het vliegveld gebracht. Op het vliegveld aten we bij een Italiaans zelfservice restaurant. Als eerste namen we afscheid van Jur. Zijn vliegtuig naar Dubrovnik vertrok om acht uur, een uur eerder dan die van ons. Tegen middernacht Nederlandse tijd waren we weer in Nederland. De taxi liet even op zicht wachten. Uiteindelijk was ik rond twee uur thuis.

herpetogische lijst
herpetogische lijst

Nawoord

Onze dank gaat uit naar Benny Trapp, die ons heel veel nuttige zoekplekken en tips heeft verschaft. Helaas hadden wij in de vakantie te maken met extreem hoge temperaturen voor de tijd van het jaar en geen neerslag. De zomer was ook al extreem heet en droog verlopen. Waarschijnlijk waren de meeste dieren nog in zomerrust. Dit verklaart voor een groot deel waarom we zo weinig dieren onder stenen of afval vonden. De groep van zes personen was heel divers. De soms verschillende interesses en het enthousiasme, dat hiermee gepaard ging, leidde nimmer tot onvrede. Sterker nog we konden het als gemêleerd gezelschap heel erg goed met elkaar vinden. Zelf vond ik het één van de leukste groepen ooit. Er is zeker een basis gelegd voor een continuering van dit soort reizen in dit groepsverband. Als optie voor volgend jaar werd al heel sterk geopperd voor het eiland Corsica.

 

Verslaglegger: Martin Edelman