Summary
A combination of a long lasting wish to visit the Middle East and motivated by a book
of Aviad Bar and Guy Haimovitch (A field guide to reptiles and amphibians of Israel) we undertook a trip to Israel in the periode from 11th until 21st of april 2016. The field guide mentions 92 land-, reptile and amphibian species occurring in Israel. Besides that you can find a lot of other animals in Israel amongst which specific birds, mammals and 18 species of scorpions (Stockmann and Ythier: Scorpions of the world). We had 5 accommodations (2 days each) from the most northern part (The Golan Heights to the most southern part of Israel (Eilat). In the table you can see what kind of reptiles and scorpions we discovered in specific regions of Israel. We thank Aviad, Aviv and Ilian for their enthusiastic support and hospitality
and Gert-Jan for his support to organize this trip.
Inleiding
Besloten werd ondanks mogelijke spanningen met buurlanden om naar Israël af te reizen. Marcel heeft via een herpetoforum contact gelegd met Aviad Bar, één van auteurs van het reptielen- en amfibieënboek van Israël, en met Gert Jan Verspui, een regelmatig bezoeker van Israël. Zij hebben ons een hoop nuttige informatie verschaft.
In Israël komen veel gevaarlijke diersoorten, zoals gifslangen en schorpioenen voor. Daarom was het van belang om ons goed te wapenen. Speciale slangenhandschoenen, een slangenstok en een slangenhaak, een ultraviolette zaklamp en andere goede verlichting werden aangeschaft. Een goede periode om te gaan was half april, dan is het nog niet te warm en zijn de meeste soorten actief. In Israël komen in totaal 92 soorten reptielen en amfibieën voor. Het merendeel behoort tot de reptielen, omdat Israël relatief gezien weinig geschikt water bevat. Marcel heeft zoals gebruikelijk de reis tot in de nopjes verzorgd.
11 april (dag 1)
Om half vier ’s ochtends werden we opgehaald door onze vaste taxichauffeur Wim. Het tijdsverschil met Israël bedraagt 1 uur (daar is het later). Om twintig over 7 begon onze luchtreis. Rond 1 uur plaatselijke tijd kwamen we op de luchthaven van Tel Aviv aan. Met onze huurauto: Toyota Verso automaat chauffeerde Ronald naar ons eerste hotel: Regina Goren in Ashjkelon. In het duingebied rondom het hotel hebben we wat rondgewandeld. Onder een oude stoel vonden we een Bridled Mabuya (Trachylepis vittata). Ook werd de eerste Carabus (Carabus impressus) van de vakantie gevonden. In het duingebied waren vrij veel vogelsoorten actief. Een voor mij nieuwe en zeker verrassende waarneming was de Smyrna-ijsvogel. Ook werden Common Mynah, gestreepte prinia, yellow-vented bulbul en lachduif gezien. Na het eten, inmiddels was het donker, scharrelde een jakhals bij het afval. ’s Avonds bij de nachtwandeling hoorden we een boomkikker (Hyla savignyi – Savigny’s Treefrog) roepen. We konden helaas niet bij het gebied komen waar de boomkikker aan het roepen was.
12 april (dag 2)
Om 7 uur hebben we ontbeten. Het beloofde een regenachtige en voor Israëlische begrippen een koude dag te worden. In de omgeving van het hotel
werd door mij de slanke wormslang (Typhlops vermicularis – European Worm Snake) gevonden. Onder een tegel troffen we een Valse weduwe (Steatoda paykulliana) aan. In een leegstaand huis werden de
Europese tjitjak (Hemidactylus turcicus – Mediterranean House Gecko) en Egeïsche naaktvingergekko (Mediodactylus kotschyi – Kotschy’s Gecko) gevonden. Door de regen waren we gedwongen om terug
naar het hotel te gaan. ’s Middags zijn we naar een meertjesgebied in de duinen ten noorden van Ashjkelon gereden. Hier vonden we de
Klein-Aziatische meerkikker (Pelophylax bedriagae – Levant Green Frog) en verschillende bijzondere libellen. Marcel lukte het om in de korte tijd dat we de zon te zien kregen een zandloopkever te
vangen. Naast opnieuw de Smyrna-ijsvogel zagen een paar van ons een hertachtige wegrennen. We maakten een snelle stop bij een pizzeria, voordat we richting Aviad Bar gingen. Hij had ons deze dag
uitgenodigd. Na de pizza hadden we nog wat tijd over. We bezochten een bosgebied vlakbij Aviad’s woonplaats: Ben Shemen Forest. Hier vonden we in korte tijd een Johannisskink (Ablepharus
rueppellii – Rüppel's Snake-Eyed Skink), die zich niet liet fotograferen, en een Moorse landschildpad (Testudo graeca - Mediterranean Spur-Thighed Tortoise). Anton vond onder een steen een
Palestine Kukri Snake (Rhynchocalamus melanocephalus melanocephalus). Met zijn allen hebben we de tijd genomen om de slang mooi op de foto te zetten. Zelfs een kuifkoekoek liet zich bewonderen.
Goedgemutst gingen we naar Aviad toe. We werden zeer hartelijk ontvangen met koffie en thee. Aviad gaf ons tips op de kaart van Israël. ’s Avonds was het nat en fris, dus geen goede voortekenen
voor herpetologisch succes, Aviad liet ons toch een interessant gebied zien. Enkele Europese kameleons lieten zich bewonderen. Naast Aviad vond Marcel ook een groot exemplaar en was daar zeer
trots op. Naast de kameleons werden er in het donker op de weg nog jakhalzen en stekelvarkens gezien. Nadat Aviad ons nog een aantal tips had gegeven zetten we hem bij zijn huis af. Vol goede
moed gingen we terug naar het hotel.
13 april (dag 3)
Voordat we vertrokken uit het hotel vonden we onder een matras bij het hotel opnieuw de Bridled Mabuya. We gingen op weg om in de buurt van Aviad een juveniele Palestine Viper (Daboia palestinae) op te halen, die in een tuin gevonden was. Aan ons de opdracht om het dier in een gunstige omgeving vrij te laten. Onderweg naar onze volgende bestemming vonden we een geschikt bosgebied: Shahariya Forest (HaMalachim). Bij aankomst cirkelde een slangenarend boven ons hoofd. De Palestine Viper werd door ons allen gefotografeerd en daar vrijgelaten. Voor en na een stevige regenbui vonden we vrij veel leuke soorten, zoals Scorpius maurus fuscus, de vrij gevaarlijke Hottentotta judaicus, Rüppel's slangoogskink (Ablepharus rueppellii), een nieuwe gekkosoort met hele mooie vingers (Ptyodactylus guttatus – Sinai Fan-Fingered Gecko), een parelskink (Chalcides ocellatus ocellatus- Eyed Cylindrical Skink) en meerdere hardoens (Laudakio stellio – Rough-Tail Rock Agama). Mogelijk dat we onder een grote band een scheltopusik weg zagen schieten. Helaas hadden we geen zekerheid. Hierna reden we naar onze mooie overnachtingsplek: Boker Valley Vineyards Farm. In de tuin waren diverse vogels aanwezig, zoals de prachtig gekleurde Palestijnse honingzuiger aanwezig. We maakten een kleine wandeling in de omgeving. Ik zag nu eindelijk een sieselachtige grondeekhoorn (Klein-Aziatische grondeekhoorn - Spermophilus xanthoprymnus), waarvan we al zoveel holen hadden gevonden. We gingen in de kibboets Midreshet Ben Gurion eten en boodschappen doen. Vanaf deze plaats heb je prachtig uitzicht op de Negev woestijn. Hier scharrelde een zwartstaart. Na het eten hebben we in het donker op verzoek van Aviad de weg naar Yeruham gereden. Helaas was het al te koud en was het asfalt niet warm. We vonden helemaal niets.
14 april (dag 4)
In de ochtend reden we naar de duinen van de Westelijke Negev, nabij de plaats Kmehin. Het was half tot zwaar bewolkt en de duinen waren nog nat. Op een duinrug zagen we een stel jakhalzen en even verderop de Aziatische steenpatrijs. Vlakbij een militair oefengebied gingen we het duingebied in. We waren al snel succesvol. Onder liggend materiaal vonden we een Anderson’s Short-Fingered Gecko (Stenodactylus petrii) en een Wedge-Snouted Skink. Overal liepen de mooi getekende loopkevers Graphipterus serrator. Inmiddels werd het langzaam zonniger. Een Egyptian Sand Agama (Trapelus savignii) liet zich betrappen. Verder schoten overal diverse franjeteenhagedissen weg (Egyptian Fringe-Fingered Lizard – Acanthodactylus aegyptius , Nidus Fringe-Fingered Lizard – Acanthodactylus scutellatus , Bosk’s Fringe-Fingerd Lizard – Acanthodactylus boskianus asper). Prachtige plaatjes werden geschoten van de duinomgeving. Op de terugweg vond ik samen met Anton in het stroomgebied van een inmiddels bijna droge rivier een Egyptian Tortoise (Testudo kleinmanni), een zeer lokaal voorkomende landschildpad. Anton zag een slang liggen voor een knaagdierhol. Helaas schoot het dier weg en kon het ondanks verwoede pogingen niet teruggevonden worden. De slang blijft daarom ongeïdentificeerd. Een andere gekkosoort: Liechtenstein’s Short-Fingered Gecko (Stenodactylus sthenodactylus) werd gevonden. Later op de dag gingen we op onderzoek uit in de omgeving van ons verblijf. Hier vonden we veel Liechtenstein’s Short-Fingered Gecko’s. Ook nog een Bosk’s Fringed-Fingered werd ontdekt. Maar de meest opmerkelijke vondsten waren toch wel twee van de gevaarlijkste schorpioenen nl: Leiurus quinquestriatus en Androctonus australis. Het lukte me nog om de Klein-Aziatische grondeekhoorn op de foto te zetten. We hadden ’s avonds met het nachtrijden wederom geen succes.
15 april (dag 5)
We hadden zo’n 185 km te gaan naar Eilat. Onderweg kwamen door een mooi kraterlandschap. We stopten bij een plek waar een ammonietenwand zou moeten zijn. Helaas konden we geen ammonieten vinden. Onderweg werd door een paar van ons een Thompson’s gazelle gespot. Zonder problemen arriveerden we ruim op tijd bij ons onderkomen: Blue Hotel in Eilat. ’s Middags gingen op zoek in de omgeving van Eilat. We reden naar de drakenvallei. En eindelijk naar verwoed zoeken vond ik er met de verrekijker één: (Egyptische doornstaartagame - Uromastyx aegyptia). De ander reisgenoten hadden geen verrekijker bij zich, wat wel een belangrijk gemis is. Een Dwergarend liet zich geweldig zien. In de buurt hiervan was een palmplantage. Daar vond ik met Anton de eerste Rough-Tailed Gecko (Cyrtopodium scabrum). In een tunnelverdedigingssysteem nabij de grens met Jordanië vonden Ronald en Marcel Yellow Fan-Fingered Gecko’s (Ptyodactylus hasselquistii) en vleermuizen. Via Aviad hadden we contact met Aviv en Ilian. Zij haalden ons om half 9 ’s avonds op om naar de duinen van Samar te gaan. Al gauw vonden we de eerste Liechtenstein’s Short-Fingered Gecko en diverse zwartlijven. Niet veel later werd tot ons groot geluk door Aviv de eerste Arabian Horned Viper (Cerastes gasperetti mendelssohni) gezien. De aangeschafte ringflitsers deden het geweldig. Zelfs een tweede adder werd door Ronald gevonden. Hierna werd ook de eerste Middle Eastern Short-Fingered Gecko (Stenodactylus doriae) gevonden. We zochten nog een tijd door, maar de vondsten werden minder. Mogelijk ook veroorzaakt door de eerdere hevige regenval. Aviv en Ilian trakteerden ons op heerlijke kruidenthee met lekkere Israëlische versnaperingen. Vlak voordat we hier weggingen werd een zeer jong exemplaar van de kameelspin gezien. Avis en Ilian lieten ons nog een stuk weg zien (rond km20 van Eilat) waar we ’s nachts kans maakten op de zaagschubadder. Het leverde vooralsnog niets op. We namen afscheid van de zeer gastvrije en behulpzame Israëliërs. Tegen drie uur in de vroege morgen legden we ons te rustte.
16 april (dag 6)
Het was een lange nacht geweest, daarom stonden we niet heel vroeg op. Na het ontbijt reden we eerst het punt km 20 van Eilat om in en rond de palmplantages te zoeken. Helaas waren de palmplantages net schoon gemaakt. Er was niet veel om te keren. We vonden diverse Rough-Tailed Gecko’s. Hierna reden we naar de Eilat Mountains. De temperatuur was inmiddels aardig opgelopen. Al snel zagen we een groepje Nubische steenbokken. Ik zocht de kliffen af naar de Ornated Mastigure, maar kon de doornstaartagame helaas niet vinden. Er schoot een groepje Arabische zandpatrijzen weg. Ik kon een Sinai Agama (Pseudotrapellus sinaitus) betrappen. Onder een tunnel onder de weg ontdekte Marcel een paar Yellow Fan-Fringered Gecko’s. Ik vond onder een paar losse stenen een kleine soort gekko, nl. de Sand Gecko (Tropiocolotes nattereri). ’s Avonds zijn we terug naar km 20 gereden en hebben het gebied met de zaklamp afgespeurd. Naast de al bekende Rough-Tailed Gecko, vonden we weer een nieuwe soort gekko, nl. Baiuch Rock Gecko (Bunopus tuberculatus). Ik vond een hele kleine soort schorpioen Orthochirus scrobiculosus negebensis. Ronald met name was hier heel blij mee.
17 april (dag 7)
We hadden een lange rit voor de boeg. Bijna 600 km duurde de tocht naar de omgeving van Mount Gilboa. Een tussenstop leverde een Sinai Fan-Fringered Gecko op. Daarnaast waren bij een waterreservoir diverse watergebonden vogels aanwezig, zoals ralreiger, steltkluut, sporenkievit en witgatje. In de struikjes liet een withalsvliegenvanger zich bewonderen. We reden verder langs de Dode Zee. Laat in de middag kwamen we aan bij ons nieuw onderkomen, Beit She’an Hostell. Lopend naar het restaurant liepen we langs een Romeins theater. ’s Avonds op de berg Gilboa hadden we geen enkel succes.
18 april (dag 8)
Voor het ontbijt vloog een groepje roze pelikanen over. Na het ontbijt gingen we vol verwachting op weg naar Mount Gilboa. Bij onze eerste stopplaats, op een boomarme helling, vonden we een slanke wormslang, hazelskink, hardoen en Sinai Fan-Fingered Gecko. Verder vonden we de schorpioen Nebo hierochonticus. Een volgende stopplaats in een bosrijk stuk was eveneens behoorlijk succesvol. Hier vond Marcel onder een steen een Lined Dwarf Racer (Eirenis decemlineatus) en Anton onder een steen een Roth’s Dwarf Racer (Eirenis rothii). Ook werd de schorpioen Compsobuthus werneri gevonden. Verder werden er ook her en der Johannisskinken gevonden. Op de derde stopplaats werd door Ronald nog een Lined Dwarf Racer gezien. Diverse Sinai Fan-Fingered Gecko’s waren hier ook actief. Op de terugweg zag ik een doodgereden Oostelijke hagedisslang (Malpolon insignitus – Eastern Montpellier Snake). Bij het hotel lag een doodgereden kwartelkoning. ’s Avond voor het nachtelijk avontuur zag ik op de parkeerplaats van het hotel een Johannisskink kronkelen. Ons nachtelijk ritje op Mount Gilboa leverde alleen een vos en een mannetje everzwijn op, die bijna tegen onze auto botste.
19 april (dag 9)
Na vertrek uit het hotel reden we op aanraden van Aviad naar het Ramat Menashe Forest. Vlak voor onze komst was Guy Haimovitsch, de andere auteur van het reptielenboek, hier zeer succesvol geweest. Het is een prachtig bosgebied. We vonden al snel hardoens, Sinai Fan-fingered Gecko, Johannisskink en parelskink. Nieuw voor ons was de slangooghagedis (Ophisops elegans), Lebanon Lizard (Phoenicolacerta laevis) en Variable Green Toad (Bufotes variabilis). Marcel zag een bruinige, verder ongedetermineerde, slang wegschieten. Helaas konden we het dier niet vangen. Ook werd hier de schorpioen Nebo hierochonticus gevonden. Onderweg naar onze volgende overnachtingsplek kwamen we langs het meer van Tiberias, waar volgens de bijbel Jezus over het water had gelopen. Vroeg in de middag kwamen we in de kibboets Ortal op de Golanhoogte aan. In de buurt van Ortal, onder andere bij een monument van de Jom Kippoer-oorlog, zijn we nog wat gaan zoeken. We zagen slangoogskink en slangooghagedis. Twee Gunther’s Cylindrical skink werden gezien. De tweede zag ik opgerold onder een steen liggen. Na iedereen erbij geroepen hebben probeerden we het dier te vangen. Ronald slaagde er bijna in, maar helaas glipte het dier bliksemsnel uit zijn hand. Dat was stevig balen. Ondanks verwoede pogingen konden we er geen één meer vinden. De schorpioenen Androctonus crassicauda en Comsobuthus werneri vonden we hier ook. In de kibboets zelf werd ’s avonds niets bijzonders gevonden.
20 april (dag 10)
Na het ontbijt zijn we eerst gaan tanken. Dit bleek een aardige omweg naar Mount Hermon. Uiteindelijk kwamen we op de parkeerplaats aan, waar de skiliften naar boven gaan. Al gauw werd de eerste hardoen gezien. Pas na 40 jaar stapte ik de stoeltjeslift in. Ik vond het een heel bijzondere ervaring. Marcel en ik daalden, nadat we op de top waren aangekomen, af naar een interessant valleitje. Hier vonden we Bridle Mabuya, Libanon Lizard en de schorpioen Nebo hierochonticus. We liepen terug omhoog om bij Ronald en Anton aan te sluiten. We vonden maar één ijzeren plaat en daar lag helaas niets onder. We daalden in zuidwestelijke richting af en liepen zo door de vallei die ons door Gert Jan Verspui was aangegeven. Meerdere hardoens, slangooghagedissen, Libanon Lizards werden waargenomen. Minimaal één Balkan Emerald Lizard (Lacerta media israelica) werd gezien. Bij een skihut vonden Ronald en Marcel een Israeli Fan-Fingered Gecko (Ptyodactylus puiseuxi). Ik vond onder een steen Palestine Kukri Snake. Bijna beneden werd een valse weduwe ontdekt. In de buurt van de parkeerplaats vond ik een dode Moorse landschildpad. Op de terugweg van de berg vonden we een doodgereden Oostelijke hagedisslang. Vlak bij Ortal lag een platgereden pijlslang (Dolichophis jugularis asianus) op de weg. ’s Middags gingen we opnieuw zoeken bij de plek van de Gunther Cylindrical Skink. We vonden nu alleen Rüppel's slangoogskink. Voor de laatste keer gingen we bij het Steak House eten.
Pas in 2017 door Russische onderzoekers beschreven, lijkt veel op Melitaea persae. Toevalligerwijs door mij gefotografeerd op de skihelling van Mount Hermon.
21 april (dag 11)
Om 7 uur vertrokken we uit het hotel voor de rit van bijna 200 km naar Ben Goerion, het vliegveld van Tel Aviv. Een korte stop om wat te eten leverde geen herpetofauna op. Het inleveren van de huurauto verliep vlotjes. Zelfs de veiligheidscontrole op het vliegveld viel mij alles mee. Na een voorspoedige vlucht kwamen we rond acht uur ’s avond thuis aan.
Nawoord
We zijn veel dank verschuldigd aan Gert Jan Verspui en Aviad Bar die ons veel nuttige informatie verschaften. Daarnaast hebben we Aviad bij zijn eigen huis ontmoet. Zijn gastvrijheid was groots en hij heeft ons voor zover mogelijk zo goed mogelijk op weg geholpen. Via Aviad zijn we in contact gekomen met twee fanatieke natuurmensen uit Eilat, Aviv en Ilian. Zij hebben ons meegenomen op een geweldige, geheel verzorgde nachtelijke tocht door de duintjes van Samar en daarnaast ook nog nuttige informatie verstrekt.
Uiteindelijk hebben we 40 van de 92 soorten reptielen en amfibieën en 7 van de 18 soorten schorpioenen gezien. Dat is in principe een prima resultaat. De slangen met 8 van de 42 soorten viel echter behoorlijk tegen, terwijl van de gekko’s 11 van de 12 soorten gezien werden, wat weer een geweldig resultaat was.
Gedurende de reis hebben we wisselende weersomstandigheden meegemaakt. Eerst winderig en koel weer met regen. Na een aantal dagen werd het overdag behoorlijk warm tot temperaturen richting de 35 °C. Mogelijk hebben we te weinig tijd besteed aan de nachtelijke ritten. Van te voren hadden het plan gemaakt om heel Israël te doorkruisen. Het gevolg daarvan was dat we per locatie maar maximaal 1 volle dag hadden om te zoeken. Gezien ook de wisselende weersomstandigheden en de beschikbaarheid van de ons behulpzame mensen was het waarschijnlijk beter geweest om ons vooraf flexibeler op te stellen, maar dat is natuurlijk achteraf praten. Samenvattend hebben we een geweldige reis door een fantastisch land met geweldige mensen meegemaakt. Als ik voor mezelf spreek dan wil ik zeker nog een keer terug.
Auteur: Martin Edelman
Wetenschappelijke naam | Locatie |
Androctonus australis | Western Negev, near Sde Boker |
Androctonus crassicauda | near Ortal Golan Heights |
Leiurus quinquestriatus hebraeus | Western Negev, near Sde Boker |
Hottentotta judaicus | Shahariya Forest (HaMalachim) |
Compsobuthus werneri | Mount Gilboa; near Ortal Golan Heights |
Orthochirus scrobiculosus negebensis | Arava, km 20 from Eilat |
Nebo hierichonticus | Mount Gilboa; Ramat Menashe Forest; Mount Hermon |
Scorpio maurus fuscus | Ben Shemen Forest; Shahariya Forest (HaMalachim) |